Geplaatst op zaterdag 07 augustus 2004 @ 20:52 , 382 keer bekeken
De Koningspython is een vertegenwoordiger van de Boidae of Reuzenslangen.
Dit moet niet al te letterlijk genomen worden, daar deze slang een van de kleinere vertegenwoordigers van deze familie is.
De officiële Engelse naam is Royal Python, maar in de U.S.A. heeft men het bij voorkeur over "Balls". In Nederland wordt hij ook wel balpython genoemd.
De meeste in Reptielenzoo Iguana levende koningspythons zijn al in de tentoonstelling te bewonderen sinds de opening. De dieren waren toentertijd al volwassen.
Ze zijn dus zeker al +25 jaar oud!
Om de soort qua kleur en tekening met woorden te beschrijven is minder effectief dan het tonen van enkele foto´s. De meeste Koningspythons zien er in grote lijnen hetzelfde uit, al duiken er tegenwoordig steeds meer afwijkende exemplaren op bij diverse kwekers (jungle, albino, piebald, green, xanthic, enz.)
Volwassen mannelijke en vrouwelijke exemplaren zijn gemiddeld even lang. Ze bereiken beide een lengte tussen 100 en 120 cm. Langere dieren zijn een uitzondering en een totaallengte van 150 cm moet als maximum beschouwd worden. Ook verder is er nauwelijks verschil tussen de beide geslachten. Mannen hebben soms een wat smallere kop en blijven iets kleiner dan vrouwen. Wel zijn bij de mannen vaak de anaalsporen groter dan bij de vrouwen en is hun staart verhoudingsgewijs iets dikker en langer. (Aan beide zijden van de cloaca [geslachtsopening] zit een soort nagel [anaalspoor]. Dit is een restant uit de tijd dat de slangen niet pootloos waren. Alle slangen zijn namelijk geëvolueerd uit hetzelfde voorouder-type, nl. een hagedis met normaal ontwikkelde poten).
Python regius is een Afrikaanse slangensoort en wordt aangetroffen in de volgende landen:
Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Mali, Ivoorkust, Ghana , Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal Afrikaanse Republiek, Noordelijk Zaïre, Oeganda
Bron: The EMBL Reptile Database
Koningspythons leven vooral in de randen van de regenwouden en op de aangrenzende, droge savannen. Men vindt ze zowel op de bodem als in struiken en bomen. Overdag houden de dieren zich verscholen, maar tussen zonsondergang en zonsopkomst worden ze actief en gaan op jacht. Het zijn gewoonlijk rustige en "vriendelijke" slangen, mits ze op een juiste manier gehanteerd worden. Wanneer een Koningspython zich bedreigd voelt, dan zal deze in eerste instantie proberen te vluchten. Lukt dit niet, dan rollen ze zich op een dusdanige wijze op dat ze een soort bal vormen, met de (kwetsbare) kop goed versopt in het midden van de bal. Daar komt de naam Balpython dus vandaan. Dit gedrag is enigszins vergelijkbaar met dat van onze inheemse egel. Heeft een Koningspython eenmaal een bal gevormd, dan zal hij hier niet snel verandering in aanbrengen. West-Afrika reizigers melden dat kinderen soms met zo´n bal voetballen, iets wat de slang uiteraard niet ten goede zal komen.
Koningspythons leven vooral in de randen van de regenwouden en op de aangrenzende, droge savannen. Men vindt ze zowel op de bodem als in struiken en bomen. Overdag houden de dieren zich verscholen, maar tussen zonsondergang en zonsopkomst worden ze actief en gaan op jacht. Het zijn gewoonlijk rustige en "vriendelijke" slangen, mits ze op een juiste manier gehanteerd worden. Wanneer een Koningspython zich bedreigd voelt, dan zal deze in eerste instantie proberen te vluchten. Lukt dit niet, dan rollen ze zich op een dusdanige wijze op dat ze een soort bal vormen, met de (kwetsbare) kop goed versopt in het midden van de bal. Daar komt de naam Balpython dus vandaan. Dit gedrag is enigszins vergelijkbaar met dat van onze inheemse egel. Heeft een Koningspython eenmaal een bal gevormd, dan zal hij hier niet snel verandering in aanbrengen. West-Afrika reizigers melden dat kinderen soms met zo´n bal voetballen, iets wat de slang uiteraard niet ten goede zal komen.
Pas als de kust weer veilig genoeg is naar de zin van de slang, zal hij de bal ontwarren en zijns weegs gaan. In het terrarium vertonen ze dit oprolgedrag vrijwel nooit. Wanneer een Koningspython zich echt in het nauw gedreven voelt, zal ook deze soort uiteindelijk proberen zijn belager te bijten.
Een veel ernstigere bedreiging voor de soort dan een potje voetbal, zijn de volgende gebeurtenissen:
· Vernietiging van het leefgebied van de slang.
· Vangst door de lokale bevolking ten behoeve van het vlees en de huid.
· Vangst voor export naar andere landen.
Laatstgenoemde is een niet te onderschatten factor. Python regius is namelijk een populair, niet al te duur terrariumdier. Alleen al in de U.S.A. werden er de afgelopen jaren per jaar zo´n 60.000 stuks geïmporteerd (In 1989 waren dit er "slechts" ±18.000). Mondiaal zal dit een veelvoud hiervan zijn.
Een groot gedeelte van al die geïmporteerde dieren sterft gedurende het eerste jaar van hun gevangenschap. Dit komt o.a. door de volgende zaken. Na de vangst worden de slangen naar een exporteur gebracht die deze "opslaat" tot hij er genoeg heeft om te versturen. Vaak krijgen deze dieren nauwelijks (of geen) voedsel of water. Hierdoor verzwakken de slangen en krijgen de immer aanwezige in- en uitwendige parasieten de kans zich massaal te vermeerderen. Waardoor de slangen nog meer verzwakken en uiteindelijk ziek worden. Komen ze dan uiteindelijk bij hun nieuwe verzorger, dan begint vaak de ellende pas goed. Koningspythons zijn dan wel mooie terrariumdieren, maar wildvangdieren zijn moeilijk aan het eten te krijgen (zie Voedsel).
Tegenwoordig worden regelmatig zgn. FarmBred-dieren geïmporteerd. Deze dieren zijn op een "farm" in het land van herkomst geboren uit eieren die gelegd zijn door wildvangdieren. Deze dieren gaan vaak wat makkelijker eten in gevangenschap, maar lijden meestal aan dezelfde ziektes als andere wildvangslangen.
Koningspythons voeden zich in de natuur met amfibieën, hagedissen, andere slangensoorten, vogels en kleine zoogdieren. Ze zijn dus absoluut niet kieskeurig.In het terrarium zijn importdieren meestal slecht aan het eten te krijgen. Dit komt o.a. door stress, verzwakking door uithongering, uitdroging en parasieten, maar ook vaak door een verkeerd voedselaanbod en niet de juiste terrariumomstandigheden. Menig beginnend koningspython-houder denkt zijn pas-geïmporteerde slang een plezier te doen met een witte muis of een wit ratje.
Meestal accepteert de slang deze prooi niet. Muizen en ratten schijnt deze pythonsoort in de natuur nauwelijks te eten. Gevolg hiervan is dat het dier nog zwakker wordt en de parasieten nog meer de overhand krijgen, waardoor de kans op zelfstandig eten nog kleiner wordt. Veel slangenhouders gaan dan (te) snel over op dwangvoedering, waardoor het dier nog meer last van stress krijgt. Waardoor het dwangvoederen dikwijls erg lang volgehouden moet worden, met als eindresultaat een dode slang.
Andere mogelijkheden om de dieren aan het eten te krijgen zijn:
Bestrijden van de parasieten.
Rust.
Andere voedseldieren aanbieden.
Soms helpt het ook om de terrariumtemperatuur tijdelijk een paar graden te verhogen.
Geen importdieren kopen, maar nakweekdieren van een kweker te betrekken is, ook bij deze reptielensoort, het allerbeste. Deze dieren leiden niet of nauwelijks aan stress, hebben, als ze bij een betrouwbare kweker vandaan komen, geen parasieten en eten meestal de gebruikelijke witte muizen en ratten.
Python regius legt, zoals vrijwel alle pythons, eieren. Het vrouwtje legt tussen de 4 en 15 eieren per jaar. Zoals meer soorten Pythons doen, bebroedt Python regius haar eieren. Ze gaat met haar lichaam rondom de eieren liggen en verhoogt, indien nodig, de temperatuur van haar lichaam en van de eieren met enkele graden. Dit doet ze door regelmatige spiercontracties. De gehele broedtijd duurt tussen de twee en drie maanden.
In gevangenschap worden de eieren meestal in een broedmachine uitgebroed. Hierbij hebben temperaturen tussen de 29 en 31 ° Celsius de beste resultaten. Na 80 - 90 dagen komen de eieren uit. Bij de geboorte zijn de jonge Koningspythons gemiddeld tussen de 25 en 40 cm lang en wegen tussen de 40 en 60 gram. Bij een goede verzorging zijn de jongen na 3 - 4 jaar geslachtsrijp en zijn dan ± 100 cm lang. De voortplantingstijd van Python regius begint in de vrije natuur, maar meestal ook in gevangenschap, bij het begin van het droge seizoen (Oktober/November). Het uitkomen van de eieren valt ruwweg samen met de start van het natte seizoen (Maart/April/Mei).
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: